Vanaf eind jaren 60 Enfant Terrible in omroepland?
In de jaren 60 begon de Nederlandse omroepwereld flink te veranderen. Niet alleen werden er nieuwe omroepen opgericht en de programma’s diverser, maar er kwamen ook enkele spraakmakende personen op de voorgrond. Een van deze personen was de zogenaamde “enfant terrible” van de Nederlandse televisie.
De term “enfant terrible” verwijst naar een persoon die opzettelijk provocerend en controversieel gedrag vertoont. In de Nederlandse omroepwereld was een persoon die vaak in verband werd gebracht met deze term en die veel stof deed opwaaien, VPRO’s televisiepresentator Wim T. Schippers.
Schippers begon zijn carrière bij de VPRO radio, maar verwierf al snel bekendheid op televisie. Hij was onderdeel van het programma “Hoepla!”, dat in de jaren 60 werd uitgezonden en bekend stond om zijn grensoverschrijdende karakter. Het programma bevatte onder andere naaktscènes en kritische maatschappelijke onderwerpen die toen nog taboe waren op televisie.
Na zijn successen met “Hoepla!”, ging Schippers verder met het creëren van innovatieve en controversiële programma’s. Hij schreef en regisseerde de legendarische kinderserie “De Stratemakeropzeeshow” en bedacht de absurdistische televisieserie “De Fred Haché Show”.
Wat Schippers zo controversieel maakte, was niet alleen de inhoud van zijn programma’s, maar ook zijn houding ten opzichte van de traditionele televisieconventies. Hij doorbrak grenzen en durfde zowel taboes te doorbreken als te experimenteren met nieuwe vormen van televisie.
Schippers’ werk werd niet altijd begrepen door het grote publiek. Zijn programma’s werden vaak bekritiseerd en soms zelfs verboden vanwege hun provocatieve aard. Maar ondanks dat wist hij een grote groep trouwe volgers aan zich te binden, die zijn vernieuwende visie op televisie omarmden.
Het is belangrijk om te erkennen dat Schippers niet de enige “enfant terrible” was in de Nederlandse omroepwereld van die tijd. Er waren ook andere programmamakers en presentatoren die bekend stonden om hun provocatieve en vernieuwende werken, zoals Theo van Gogh en Robert Jasper Grootveld.
De impact van deze “enfant terribles” op de Nederlandse omroepwereld kan niet worden onderschat. Ze hebben de weg geplaveid voor de diversiteit en vernieuwing die we tegenwoordig op televisie zien. Ze hebben taboes doorbroken en een platform gecreëerd voor alternatieve geluiden en kunstzinnige expressie.
Hoewel de Nederlandse omroepwereld tegenwoordig wellicht minder provocatief is, moeten we niet vergeten dat deze Nederlandse “enfant terribles” een blijvende invloed hebben gehad op de televisiegeschiedenis. Ze hebben de grenzen verlegd en ons laten zien dat kunst en televisie niet altijd binnen de conventionele kaders hoeven te blijven.
Met hun gedurfde en vernieuwende kijk op televisie hebben ze de weg vrijgemaakt voor toekomstige generaties programmamakers en presentatoren om hun eigen grenzen te verleggen.